Ik ben groot fan van de Indonesische keuken. Met name rendang zou ik bijna elke dag wel kunnen eten. Maar de Indonesische keuken beschikt ook over verschillende zoete lekkernijen. Denk aan spekkoek, wie kent het niet? Ook cakes in verschillende felle kleuren met gekke smaakjes doen het goed onder de locals. Een Indonesisch toetje waar ik dol op ben is klepon. Deze kleverige rijstballetjes zijn gevuld met palmsuiker en zijn gerold in een laagje kokos.
De eerste keer dat ik klepon probeerde was ik bij een vriendin van de middelbare school. In de schoolpauze gingen we vaak naar haar huis en maakten we regelmatig klepon. Tijdens mijn rondreis in Indonesië heb ik het ook een paar keer gegeten, maar het was dus alweer een tijdje geleden dat ik klepon zelf had gemaakt. Het kostte me daarom een paar pogingen om de klepon goed te maken. De eerste keer gebruikte ik namelijk rijstmeel i.p.v. kleefrijstmeel. In de naam zit niet zoveel verschil, maar in het eindresultaat wel! Door de rijstmeel waren de balletjes namelijk hard en droog geworden na het koken. Niet helemaal de bedoeling. Gelukkig was mijn tweede poging met kleefrijstmeel wel erg goed gelukt!
Klepon balletjes horen dus zacht en een beetje kleverig te zijn. Klepon is groen vanwege de pandan pasta, een veelgebruikt ingrediënt in Indonesische toetjes. In principe zijn alle ingrediënten verkrijgbaar bij de toko.
Klepon recept
Ingrediënten (voor 10 – 15 klepon balletjes)
- 100 gram ketanmeel (kleefrijstmeel)
- 1 el rijstmeel
- snuf zout
- 100 ml water
- paar druppels pandan pasta
- 20-30 gram Gula Djawa (palmsuiker)
- 30-40 gram kokosrasp
Bereiding
Schep het ketanmeel en een eetlepel rijstmeel in een kom met wat zout. Meng 100 ml water met een paar druppels pandan pasta en giet dit beetje bij beetje bij het meel onder constant roeren. Het zou kunnen dat je niet al het water nodig hebt, of juist wat meer.
Gebruik op het eind je handen om te kneden. Het deeg is klaar wanneer je er een mooie bal van kunt maken zonder dat deze uitloopt of zonder dat deze snel scheurt.
Hak de palmsuiker tot kleine stukjes. Pak een klein stukje deeg en rol hier een balletje van. Druk er met je duim een kuiltje in en schep er wat palmsuiker in. Maak het balletje weer dicht en rol hem even tussen je handen.
Zet een pan met water op het vuur en breng dit aan de kook. Voeg één voor één de klepon balletjes toe en zorg dat het water blijft koken. De balletjes zijn gaar wanneer ze boven komen drijven. Wanneer je wat grovere stukken palmsuiker hebt gebruikt, is het aan te raden om de balletjes nog iets langer te koken zodat de palmsuiker goed kan smelten.
Schep de balletjes eruit en rol ze door de kokosrasp op een bord.
Tip: Let er op dat je de goede meel koopt, namelijk ketanmeel ofwel kleefrijstmeel. Maak dus niet dezelfde fout als ik om enkel rijstmeel te gebruiken, dit werkt namelijk niet.
